Bopz - Bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen

 

Uitgebreide informatie  Wet Bopz 

 

Voorlopige machtiging Artikel 2

Wie verzoekt?

De officier van justitie. Dat kan ambtshalve (d.w.z. uithoofde van zijn beroep) of op verzoek van de familie van betrokkene, zijn wettelijk vertegenwoordiger of zijn partner.

Wie verleent?

De rechter verleent de machtiging. Er is geen mogelijkheidvoor hoger beroep tegen deze beslissing. Alleen cassatie van de beslissing door de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, is mogelijk.

Doel?

Het wegnemen van het gevaar dat door de geestesstoornis wordt veroorzaakt.

Bij verzorgingstehuizen, instellingen voor verstandelijk gehandicapten en psychogeriatrische

verpleegtehuizen is de zorg voor betrokkene het primaire doel en niet het behandelen met het oog op het verbeteren van de geestesstoornis.

Eisen?

  • De betrokkene heeft een geestesstoornis;
  • Dóór deze geestesstoornis veroorzaakt hij een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving(ook wel ’causaal verband’ genoemd);
  • Dat gevaar kan alléén worden afgewend door opname in een psychiatrisch ziekenhuis;
  • De betrokkene is ouder dan 12 jaar;
  • En is niet bereid tot een vrijwillige opname.Uit de term ‘de nodige bereidheid’ wordt afgeleid dat de rechter enige ruimte heeft bij het toetsen of betrokkene bereid is tot opneming en verblijf. Maar,niet behandeld willen worden, is iets anders dan niet opgenomen willen worden. Dat is formeel geen criterium dat de rechter hoeft te toetsen.

Duur?

Maximaal zes maanden. De termijn begint te lopen op de dag dat de rechter de machtiging afgeeft.

De duur van bijvoorbeeld een voortgezette inbewaringstelling – eventueel voorafgaand aan de voorlopige machtiging – telt hierbij dus niet mee.Binnen veertien dagen na de dag van afgifte moet opname op basis van de machtiging volgen, anders verliest de machtiging zijn geldigheid. Om de betrokkene dan nog op te kunnen nemen, is een nieuwe machtiging nodig.Verlenging van de voorlopige machtiging is mogelijk.Dan moet er een machtiging voortgezet verblijf worden gevraagd. Verlenging met een nieuwe voorlopige machtiging is niet mogelijk.

Rechtspraak

  • Een stempel van een handtekening onder een geneeskundige verklaring is geen handtekening.
  • Het horen van de betrokkene zelf over het verzoek van de officier van justitie is een fundamenteel recht, waarvan alleen bij hoge uitzondering mag worden afgeweken.
  • Het oproepen van de betrokkene gaat niet zover dat de rechter hem moet (laten) opsporen als zijn verblijfplaats onbekend is. Het enkel sturen vaneen oproepingsbrief is echter onvoldoende.
  • Als de geneesheer-directeur bevoegdheden wil mandateren, hetgeen slechts zeer beperkt is toegestaan, moet dat in ieder geval volgens een schriftelijk door het bestuur van het ziekenhuis opgesteld protocol.
  • De rechter mag nooit afgaan op oude gegevensmaar moet zich altijd baseren op feiten en

omstandigheden die zich ten tijde van de beslissing voordoen.

 

Voorwaardelijke machtiging Artikel 14a Wet Bopz

Wie verzoekt?

De officier van justitie. Dat kan ambtshalve (d.w.z. uithoofde van zijn beroep) of op verzoek van de familie van betrokkene, zijn wettelijk vertegenwoordiger of zijn partner.

Ook de betrokkene zelf kan bij de officier verzoeken om een voorwaardelijke machtiging, die zal het verzoek in de regel doorgeleiden naar de rechter.

Wie verleent?

De rechter verleent de machtiging. Er is geen mogelijkheidvoor hoger beroep tegen deze beslissing. Alleen cassatie van de beslissing door de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, is mogelijk.

Doel?

Mensen, die behandeling nodig hebben, te behandelen zonder gedwongen opname.Dat doel wordt bereikt door het opleggen van voorwaarden met betrekking tot het gedrag van betrokkene. Deze voorwaarden moeten in relatie staan tot het gevaar dat hij veroorzaakt door zijn geestesstoornis.

Eisen?

  • De betrokkene heeft een geestesstoornis;
  • Dóór deze geestesstoornis veroorzaakt hij een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving (ook wel ’causaal verband’ genoemd);
  • Dat gevaar kan worden afgewend door het stellenen naleven van voorwaarden die een opname in een psychiatrisch ziekenhuis voorkomen;
  • De betrokkene is ouder dan 12 jaar;
  • De betrokkene zal zich onder behandeling van de behandelaar stellen;
  • De betrokkene verklaart zich bereid de voorwaarden na te leven;
  • Bij het verzoek van de officier van justitie zit een behandelingsplan dat is opgemaakt door de psychiater die de behandelaar van betrokkene zal zijn;
  • In het verzoek aan de rechtbank staat een psychiatrisch ziekenhuis waar betrokkene kan worden opgenomen in geval van omzetting (zie hierna);
  • N.B.: de voorwaardelijke machtiging geldt alleen voor de psychiatrie en dus niet voor de psycho geriatrieen de verstandelijk gehandicaptenzorg.

Bereid verklaren

De betrokkene verklaart zich bereid met de voorwaarden waaronder de voorwaardelijke

machtiging door de rechter wordt verleend.Dat houdt in dat de rechter er voldoende vertrouwen in moet hebben dat betrokkene zich aan de voorwaarden zal houden.Dit wil niet zeggen dat hij met alle onderdelen van het behandelingsplan moet instemmen. Daarin staat veel meer dan alleen de voorwaarden voor de voorwaardelijke machtiging, zoals de diagnose, die veel patiënten niet willen onderschrijven.De patiënt moet dus wel instemmen met het feit dat er een behandelingsplan wordt opgesteld, maar niet met de inhoud ervan. Hij moet zich alleen bereid verklaren de voorwaarden na te leven.

Duur?

Maximaal zes maanden. De termijn begint te lopen op de dag dat de rechter de machtiging afgeeft. Verlenging is mogelijk op verzoek van de officier van justitie. De verlenging kan voor de duur van maximaal één jaar worden afgegeven en kan steeds opnieuw worden verzocht bij de rechter. 

 

Omzetting naar voorlopige machtiging

Lukt het niet de voorwaarden na te leven dan bestaat de mogelijkheid – en in sommige gevallen de verplichting – om de voorwaardelijke machtiging om te zetten in een voorlopige machtiging.

De volgende mogelijkheden zijn er:

  • Verplichte omzetting naar een voorlopige machtiging, dat is vereist wanneer het gevaar niet langer kan worden afgewend door het naleven van de voorwaarden.
  • Mogelijke omzetting is aan de orde wanneer:
  • de betrokkene daarom vraagt of;
  • wanneer hij de voorwaarden niet meer naleeft.

Eisen bij omzetting?

  • De geneesheer-directeur is de functionaris die de voorwaardelijke machtiging omzet in een voorlopige machtiging;
  • Hij stelt de betrokkene in de gelegenheid te worden gehoord over zijn voornemen de

machtiging om te zetten. De geneesheer directeur hoort zelf.

  • Betrokkene moet worden onderzocht door de geneesheer-directeur of door een niet bij de

behandeling betrokken psychiater voordat opneming kan volgen;

  • De beslissing van de geneesheer-directeur wordt schriftelijk meegedeeld aan betrokkene, uiterlijk vier dagen na die beslissing;
  • De opneming moet worden gemeld aan de griffier van de rechtbank die de voorwaardelijke

machtiging heeft verleent.

Rechtspraak

Bereidverklaring van de betrokkene kan ook blijken uit een (schriftelijke) verklaring van zijn raadsman. De rechter kan er ook van overtuigd raken dat de betrokkene de voorwaarden zal nakomen indien de behandelaar of de advocaat van betrokkene dat aangeeft, ook al is de betrokkene zelf daarover minder expliciet. Dat is inmiddels door een aantalrechtbanken ook erkend.

 

Rechtelijke machtiging op eigen verzoek Artikel 32 Wet Bopz

Wie verzoekt?

De officier van justitie verzoekt de rechter de machtiging op eigen verzoek te verlenen.

Hij doet dit nadat betrokkene zelf aan hem heeft gevraagd bij de rechter het verzoek om een machtiging in te dienen.

Wie verleent?

De rechter verleent de machtiging op eigen verzoek.

Doel?

Het doel is om betrokkene te dwingen de behandeling af te maken waaraan hij is begonnen,

ook al wil hij dat op een bepaald moment zelf niet meer. Meestal is verslaving de reden om een machtiging eigen verzoek te vragen.

Eisen?

  • De betrokkene veroorzaakt gevaar;
  • De betrokkene heeft een geestesstoornis;
  • Het gevaar hoeft niet te worden veroorzaakt door de geestesstoornis;
  • De betrokkene is bereid zich te laten opnemen en een behandeling te ondergaan;
  • Het verzoek van de officier van justitie aan de rechter wordt gedaan op verzoek van de betrokkene;
  • Het verzoek vermeldt het psychiatrisch ziekenhuis waarin opname en verblijf zullen plaatsvinden;
  • Naast de geneeskundige verklaring zit er ook een behandelingsplan bij het verzoek.

Duur?

Een machtiging op eigen verzoek heeft een duur van minimaal zes maanden en maximaal één jaar. Hij kanniet worden verlengd. Wil betrokkene blijven naafloop van de termijn dan is dat vrijwillig. Vindt het ziekenhuis het niet verantwoord dat betrokkene vertrekt, dan moet een voorlopige machtiging worden aangevraagd. Ook wanneer de machtiging op eigen verzoek al een looptijd had van een jaar.

Rechtspraak

  • Na een machtiging op eigen verzoek kan nietdirect daarop aansluitend een tweede machtiging op eigen verzoek worden afgegeven.
  • Na een machtiging op eigen verzoek kan niet eenverzoek om een machtiging tot voortgezet verblijf

worden gevraagd; wel een voorlopige machtigingof een voorwaardelijke machtiging.

 

Inbewaringstelling (ibs) Artikel 20 Wet Bopz

Wie verzoekt?

Een ieder die vindt dat iemand gevaar veroorzaakt,kan dit melden aan de politie, de RIAGG of bij het gemeentehuis.

Wie verleent?

De burgemeester verleent op basis van een geneeskundige verklaring de inbewaringstelling.

Er is geen mogelijkheid voor hoger beroep tegen deze beslissing.

Doel?

Het wegnemen van het onmiddellijk dreigend gevaar waarvan ernstig vermoed wordt dat het wordt veroorzaakt door een geestesstoornis.Het is een ordemaatregel die de burgemeester mag nemen vanwege het spoedeisende karakter van de opname.

Eisen?

  • De betrokkene veroorzaakt gevaar. Gevaar betekent dat er een kans is op onheil. Met andere woorden, er hoeft nog niet daadwerkelijk iets te zijn gebeurd, maar die kans moet wel sterk aanwezig zijn.
  • Het ernstige vermoeden bestaat dat het gevaar wordt veroorzaakt door een geestesstoornis;
  • De procedure voor een voorlopige machtiging kan niet worden afgewacht omdat het gevaar onmiddellijk dreigend is;
  • Het gevaar kan niet worden afgewend op een andere manier dan door een gedwongen opname;
  • De betrokkene is 12 jaar of ouder;
  • En is niet bereid tot een vrijwillige opname;
  • De burgemeester bepaalt of een ibs noodzakelijk is, niet de arts die de geneeskundige verklaring opmaakt.

Ook wanneer de arts twijfelt over de ibs, doet hij er dus goed aan een verklaring op te maken.

Duur?

De inbewaringstelling van de burgemeester is een tijdelijke maatregel. Hij mag maar kort duren, namelijk gedurende de tijd die nodig is om:

  • De officier een verzoek bij de rechter te kunnen laten indienen om de ibs voort te zetten en
  • De tijd die de rechter nodig heeft om te beslissen

 

Voortzetting van de inbewaringstelling 

Wie verzoekt?

De officier van justitie. Dat doet hij na ontvangst van de stukken van de burgemeester, inclusief de last tot ibs. Hij is hiertoe niet verplicht.

Wie verleent?

De rechter beslist of de door de burgemeester afgegeven ibs wordt voortgezet. Er is geen mogelijkheid voor hoger beroep tegen deze beslissing. Alleen cassatie van de beslissing door de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, is mogelijk.

Eisen?

De eisen zijn dezelfde als de eisen die gelden bij de afgifte van een ibs door de burgemeester. Wel is het zo dat de rechter de situatie toetst zoals die is op het moment dat hij de betrokkene hoort.

Duur?

De duur van de voortgezette ibs is drie weken.Wanneer er vóór het verlopen van de termijn een verzoek is gedaan om betrokkene langer op te nemen tegen zijn wil, dan kan deze automatisch worden verlengd met maximaal drie weken. Dat moet dan met een voorlopige machtiging.

Rechtspraak

  • Werken met een blanco volmacht van de burgemeester is verboden.
  • In beginsel zal de rechter bij gelijktijdige behandeling van het verzoek tot voortzetting ibs en verzoek om voorlopige machtiging, eerst beoordelen of voldaan is aan de voorwaarden voor een voorlopige machtiging. Want de ibs is er alleen voor noodsituaties, waarin de procedure van de voorlopige machtiging niet kan worden afgewacht. Pas wanneer hij het verzoek om voorlopige machtiging afwijst, zal hij beoordelen of er welredenen zijn de ibs voort te zetten.
  • Ook wanneer een verzoek tot voorlopige machtiging wordt ingediend bij de rechtbank naafloop van de voortgezette ibs moet de geneesheer-directeur de geneeskundige verklaring tekenen.
  • Er is een verplichting tot opname wanneer de burgemeester de ibs heeft bevolen.

Die opneming kan ook bij kort geding worden gevorderd.

Afwijzing (voortzetting) ibs, en dan?

Wanneer een ibs, of een voortzetting van een ibs wordt afgewezen, wil dat niet zeggen dat de Wet Bopz niet van toepassing is. Er kan nog steeds een voorlopige of een voorwaardelijke machtiging aan de orde zijn, of in de toekomst een observatiemachtiging.

De vereisten daarvoor zijn immers anders. Zo is onmiddellijk dreigend gevaar daarbij geen vereiste, en dat is een voorwaarde waarop de ibs nogal eens wordt afgewezen.

 

Observatiemachtiging Artikel 14h Wet Bopz

 (nog niet in werking getreden)

Wie verzoekt?

De officier van justitie. Dat kan ambtshalve (d.w.z. uithoofde van zijn beroep) of op verzoek van de familie van betrokkene, zijn wettelijk vertegenwoordiger of zijn partner.

Wie verleent?

De rechter verleent de machtiging. Er is geen mogelijkheid van hoger beroep tegen deze beslissing. Alleen cassatie van de beslissing door de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, is mogelijk.

Doel?

Onderzoek op korte termijn om te bezien of er sprake is van een geestesstoornis en of die stoornis betrokkene gevaar doet veroorzaken. Het gaat hierbij alleen om gevaar dat betrokkene voor zichzelf veroorzaakt.

Eisen?

  • Er moet een ernstig vermoeden zijn dat er sprake is van:
  1. Een geestesstoornis;
  2. Gevaar;
  3. En dat hij dóór deze geestesstoornis een gevaar voor zichzelf veroorzaakt (ook wel

’causaal verband’ genoemd);

  • De betrokkene is 12 jaar of ouder;
  • En is niet bereid tot een vrijwillige opname.

Duur?

Maximaal drie weken. Die termijn wordt opgeschort in geval er een ibs wordt afgegeven voor betrokkene. Zet de rechter de ibs niet voort, dan herleeft de observatiemachtiging voor de dan nog resterende tijd.

Vervolg?

Als vervolg op de observatiemachtiging kan een voorlopige of een voorwaardelijke machtiging worden gevraagd of kan betrokkene een machtiging op eigen verzoek door de officier van justitie doen vragen aan de rechter.

 

Rechtspraak

Er is nog geen rechtspraak.

 

Machtiging tot voortgezet verblijf  Artikel 15 Wet Bopz

Wie verzoekt?

De officier van justitie. Dat kan ambtshalve (d.w.z. uithoofde van zijn beroep) of op verzoek van de familie van betrokkene, zijn wettelijk vertegenwoordiger of zijn partner. Wat in de praktijk ook vaak gebeurt, is dat het ziekenhuis zelf de machtiging tot voortgezet verblijf aanvraagt bij de officier. Het ziekenhuis moet er voor zorgen dat de stukken die de officier nodig heeft om het verzoek bij de rechter in te dienen, op tijd en volledig zijn.

Wie verleent?

De rechter verleent de machtiging tot voortgezet verblijf. Er is geen mogelijkheid voor hoger beroep tegen deze beslissing. Alleen cassatie van de beslissing door de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, is mogelijk.

Doel?

Doel is het voortzetten van het verblijf dat tegen de wil van betrokkene plaatsvindt, op grond van een voorlopige machtiging. De behandeling tijdens het voortgezet verblijf, blijft gericht op het laten afnemen van het gevaar.

Eisen?

  • De geestesstoornis is nog aanwezig;
  • Dóór deze stoornis veroorzaakt de betrokkene nog steeds gevaar;
  • Dat gevaar kan niet worden afgewend op een andere manier dan door een gedwongen opname;
  • Het verblijf kan niet op vrijwillige basis worden voortgezet.

Duur?

De machtiging tot voortgezet verblijf heeft een geldigheidsduur van maximaal één jaar. Wanneer iemand al vijf jaar onafgebroken onvrijwillig is opgenomen, kan de machtiging worden afgegeven voor een periode van twee jaar. Voor machtiging tot voortgezet verblijf in een zwakzinnigen- of verpleeginrichting geldt dat die kan worden verleend voor een periode van maximaal vijf jaar.

Rechtspraak

  • Al sinds jaren wordt er een machtiging tot voortgezet verblijf verleend voor een patiënt die niet meer in het ziekenhuis verblijft. Soms gebeurt dat omdat de patiënt met succes al een tijd met voorwaardelijk ontslag is en de machtiging slechts functioneert als stok achter de deur voor het geval de patiënt de voorwaarden niet meer naleeft. N.B.: Vanaf 1 januari 2004 geldt de voorwaardelijke machtiging en dan moet die machtiging worden verzocht. De regeling van het voorwaardelijk ontslag zal dan weer alleen kunnen worden gebruikt waarvoor hij is bedoeld: het gedurende korte tijd in stand houden van de band tussen de patiënt en het ziekenhuis om te bezien of de patiënt het weer redt in de maatschappij.
  • Wanneer de officier van justitie te laat is met het indienen van zijn verzoek om een machtiging tot voortgezet verblijf, verbindt de Hoge Raad daaraan geen consequenties.
  • De officier van justitie kan zelfs nadat de termijn van de voorlopige machtiging is verlopen nog een verzoek om een machtiging tot voortgezet verblijf indienen. Fraai is dit natuurlijk niet want de patiënt heeft er recht op te weten waar hij aan toe is en wat zijn status binnen het ziekenhuis is, die van vrijwillig of van onvrijwillig opgenomen patiënt.

De Hoge Raad heeft ook bepaald dat de machtiging tot voortgezet verblijf dan mag duren tot een jaar na de dag waarop de voorlopige machtiging eindigde.

 

Dwangbehandeling  Artikel 38, lid 5 Wet Bopz

Doel?

Dwangbehandeling in de zin van artikel 38, lid 5 wil zeggen dat het behandelingsplan, dat in overleg met de patiënt tot stand is gekomen, wordt uitgevoerd tegen zijn wil.

Eisen?

  • Er moet sprake zijn van gevaar voor de patiënt of voor anderen;
  • Toepassing van het behandelingsplan moet volstrekt noodzakelijk zijn om dat gevaar af te wenden;
  • Het gevaar vloeit voort uit de geestesstoornis;
  • Het gevaar kan zich ook richten tegen andere patiënten of het personeel van de afdeling en hoeft niet hetzelfde (soort) gevaar te zijn op basis waarvan de betrokkene is opgenomen;
  • Het gevaar hoeft niet acuut te zijn. Gevaar betekent de kans op onheil, d.w.z. dat er nog niets hoeft te zijn gebeurd. Latent (sluimerend) aanwezig gevaar kan voldoende zijn;
  • Het ingrijpen moet een therapeutisch karakter hebben;
  • Wilsonbekwaamheid van de betrokkene is geen voorwaarde;
  • Begin en einde van de dwangbehandeling worden gemeld aan de Inspectie voor de gezondheidszorg. Dwangbehandeling wordt ook gemeld aan de echtgeno(o)t(e)/ partner, wettelijk vertegenwoordiger of naaste familiebetrekking van de betrokkene.

Duur?

Er is geen maximum termijn verbonden aan het toepassen van het behandelingsplan tegen de wil

van betrokkene. Het volstrekt noodzakelijk zijn van de dwangbehandeling impliceert wel dat het niet langer mag duren dan strikt noodzakelijk is om het gevaar af te wenden.

Rechtsbescherming?

Op de toepassing van dwangbehandeling is de klachtenregeling van de wet van toepassing.

Rechtspraak

Dwangbehandeling zal in tijd beperkt moeten zijn. Dwangbehandeling moet voldoen aan de eisen van subsidiariteit (ofwel: er is geen andere manier),proportionaliteit (ofwel: er is geen minder ingrijpende manier) en doelmatigheid.

 

Middelen of maatregelen  Artikel 39 Wet Bopz

Doel?

Het wegnemen van acuut gevaar dat de patiënt veroorzaakt als gevolg van de geestesstoornis waaraan hij lijdt.

Eisen?

  • Er is sprake van een tijdelijke noodsituatie die zijn oorzaak vindt in omstandigheden die zich in het ziekenhuis voordoen;
  • Het moet gaan om niet te verwachten gevaar, want te verwachten gevaar moet worden voorkomen d.m.v. in het behandelingsplan opgenomen therapeutische middelen.

Dat mogen geen externe omstandigheden zijn, zoals te weinig personeel;

  • Slechts een beperkt aantal middelen of maatregelen mag worden toegepast, te weten afzondering, separatie, fixatie, medicatie, toedienen voeding of vocht. Tussen deze middelen of maatregelen bestaat geen rangorde. De minst ingrijpende, meest effectieve methode wordt gekozen;
  • De behandelend arts, of bij diens afwezigheid het verpleegkundig afdelingshoofd, beslist over de toepassing van middelen of maatregelen;
  • Het minst ingrijpende middel of de minst ingrijpende maatregel wordt toegepast;
  • Toepassing van middelen of maatregelen wordt direct gemeld aan de inspecteur en aan de echtgeno(o)t(e)/ partner, de wettelijk vertegenwoordiger of de naaste familiebetrekking.

Duur?

De middelen of maatregelen worden niet langer dan maximaal zeven dagen toegepast. Is de situatie eerder weer hanteerbaar, dan wordt de toepassing van middel of maatregel direct gestaakt. Binnen die termijn van zeven dagen worden deze middelen of maatregelen opgenomen in het behandelingsplan of is het gevaar zover geweken dat toepassing ervan niet langer noodzakelijk is.

Rechtsbescherming?

Op de regeling van het toepassen van middelen of maatregelen tegen de wil van betrokkene is de klachtenregeling van de wet van toepassing.

 

Behandelingsplan  Artikel 38 Wet Bopz

Wie stelt het behandelingsplan op?

De behandelaar stelt het behandelingsplan op. Hij doet dat in overleg met de patiënt en bij wilsonbekwaamheid met diens gemachtigde of vertegenwoordiger (bijvoorbeeld met ouder, kind, broer of zus van de patiënt). De behandelaar stelt het plan zo spoedig mogelijk na de gedwongen opneming op.

Doel?

De stoornis van de patiënt zo te verbeteren dat het gevaar – de reden voor zijn gedwongen verblijf in het ziekenhuis – wordt weggenomen.

Eisen?

  • Het plan moet de therapeutische middelen bevatten die erop zijn gericht de stoornis weg te nemen of te dempen;
  • De middelen kunnen worden getoetst aan de bereikte resultaten;
  • Iedere maand wordt aan de inspecteur de stand van uitvoering gemeld;
  • Het plan wordt steeds aanpast aan de situatie van de patiënt;
  • Ondertekening door de patiënt is geen voorwaarde. Hij moet slechts met het plan kunnen instemmen.

Toepassing

Het behandelingsplan kan alleen met instemming van de patiënt worden uitgevoerd. Bij verzet is verdere behandeling uitgesloten. Uitzondering hierop is mogelijk indien toepassing van het plan volstrekt noodzakelijk is om gevaar voor de patiënt of voor anderen af te wenden. Dat gevaar moet wel voortvloeien uit de geestesstoornis. Maar dan is sprake van dwangbehandeling (zie hiervoor het tabje dwangbehandeling).

Rechtsbescherming

Iemand kan wilsonbekwaam worden verklaard om overleg te voeren over het behandelingsplan. Ook kan het behandelingsplan tegen de wil van de betrokkene worden uitgevoerd in geval van dwangbehandeling. Op beide situaties is de klachtenregeling van de wet van toepassing.

 

Geneeskundige verklaring

Wie stelt de geneeskundige verklaring op?

Een onafhankelijke arts stelt de verklaring op. Er zijn twee situaties mogelijk:

  • Verblijft de patiënt al in het psychiatrisch ziekenhuis op het moment van het opmaken van de geneeskundige verklaring, dan maakt de geneesheer-directeur de verklaring op. Hij doet dit zelf of laat het doen door een niet bij de behandeling betrokken psychiater. Hij moet het door een andere psychiater laten doen wanneer hij zelf bij de behandeling van de patiënt betrokken is of recentelijk is geweest.
  • Verblijft de patiënt tijdens het opmaken van de verklaring niet in het ziekenhuis, dan wordt hij opgesteld door een psychiater die niet bij de behandeling van de patiënt betrokken is. In beide gevallen moet de geneesheer-directeur de geneeskundige verklaring zelf ondertekenen. Gaat het om een ibs dan mag de geneeskundige verklaring ook worden opgemaakt door een arts niet zijnde psychiater (maar liever niet). De verklaring kan zelfs, omdat de ibs een noodmaatregel is, worden opgemaakt door de eigen huisarts van de betrokkene. De wet eist namelijk slechts dat de verklaring bij voorkeur wordt opgemaakt door een niet bij de behandeling betrokken arts.

Doel?

Doel is bieden van informatie over betrokkene, zodat de rechter (of de burgemeester in geval van een ibs)kan beslissen over de vraag of betrokkene voldoet aan de eisen voor een rechterlijke machtiging.

Inrichting van de verklaring

De geneeskundige verklaring moet worden opgemaakt zoals het model dat daarvoor is voorgeschreven aangeeft. Per opnamemodaliteit verschilt het model iets, daarom moet het juiste formulier worden gebruikt. Met uitzondering van de verklaring voor een ibs is het eigenlijk niet te rechtvaardigen dat de verklaring anders dan getypt ingevuld aan de officier van justitie wordt gestuurd.

Recentheid van de verklaring

De geneeskundige verklaring verschaft inzicht in de actuele situatie van de betrokkene. Dat wil zeggen dat hij is opgemaakt niet lang voordat de stukken naar de officier worden gestuurd en dat betrokkene met het oog op het opmaken van de verklaring is onderzocht. De rechter maakt uit of de geneeskundige verklaring voldoende actueel is.

Rechtspraak

  • Een stempel van een handtekening onder een geneeskundige verklaring is geen handtekening.
  • Wat “niet bij de behandeling betrokken” betekent, dient per geval te worden beoordeeld. Dealgemene lijn is dat wanneer er gedurende een jaar geen therapeutische behandelrelatie meer is tussen de patiënt en de psychiater, laatst genoemde kan worden gezien als niet (meer) bij de behandeling betrokken.
  • Een verkeerde geneeskundige verklaring leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. De rechter zal of op zitting de nodige informatie moeten verkrijgen, of de zaak aanhouden en de officier verzoeken een juiste geneeskundige verklaring over te leggen.
  • In geval van een ibs moet de geneeskundige verklaring zijn opgemaakt voordat de burgemeester de last tot ibs afgeeft.
  • Blanco volmachten van de burgemeester zijn niet toegestaan.

 

Kinder- en jeugdpsychiatrie

Minderjarigen jonger dan 12 jaar.

Ook op minderjarigen, jonger dan 12 jaar, is de Wet Bopz van toepassing. Tot hun 12e jaar vertegenwoordigende ouders het kind. Dus alleen als (een van) de ouders geen opname wil(len), is er sprake van gedwongen opname en verblijf.

Minderjarigen tussen de 12 en 18 jaar.

Bij minderjarigen tussen de 12 en de 18 jaar is alleen sprake van gedwongen opname en verblijf:

  • Wanneer beide ouders het niet willen of wanneer zij het onderling oneens zijn;
  • Of als de betrokken minderjarige niet bereid is tot een vrijwillige opneming en verblijf. Dit is dus een dubbele toetsing.

Verhouding Wet Bopz en ots

In het kader van de Wet Bopz wordt een ots(ondertoezichtstelling) gezien als een vrijwillige opname. Ook een uithuisplaatsing is geen gedwongen opneming in de zin van de Wet Bopz, daarvoor is een Bopz-maatregel nodig, bijvoorbeeld een voorlopige machtiging.

De observatieplaatsing

Wenselijk is om een observatieplaatsing in geval vaneen minderjarige te combineren met een voorlopige machtiging. Op die manier wordt voorkomen dat er onduidelijkheid is over de (on)vrijwilligheid van het verblijf en is de positie van de minderjarige optimaal beschermd.

Pedagogische maatregelen

Wanneer een minderjarige is opgenomen met een Bopz-maatregel, gelden binnen de instelling de regels van de Wet Bopz voor hem. Dus ook al heet het een pedagogische maatregel, toch moet gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van de Wet Bopz, dat wil zeggen van:

  • Dwangbehandeling (toepassen van de in het behandelingsplan opgenomen therapeutische middelen tegen de wil van de patiënt);
  • Middelen of maatregelen;
  • Huisregels en sancties op overtreding ervan, en
  • Vrijheidsbeperkingen alleen op grond van artikel 40.Alleen als er een Bopz-maatregel is (ibs of voorlopige machtiging), mag er vrijheidsbeneming of dwang plaatsvinden.

Rechtsbescherming

Op de minderjarigen die met een Bopz-maatregel zijn opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, is de klachtenregeling van de wet van toepassing.

Rechtspraak

  • Een ots is geen onvrijwillige opneming in de zin van de Wet Bopz.
  • Een ots met uithuisplaatsing is niet gelijk te stellen aan een plaatsing in de zin van de Wet Bopz.

 

Uitgave:Ministerie van VWS

December 2004