Fase van uitvoering van activiteiten

 

 

Ø     Behandelplan 

 

Informatie over de behandeling

De hulpverlener informeert de cliënt over de behandeling, de mogelijkheden aan therapievormen en zorg, medicatie (eventuele bijwerkingen),en over mogelijke alternatieve vormen van hulp.

Keuze van (sekse) en verandering van hulpverlener

De cliënt moet de voorkeur voor een hulpverlener of begeleider kunnen uiten. Cliënten moeten kunnen kiezen voor een man of vrouw als hulpverlener en indien nodig van hulpverlener kunnen veranderen.

Inspraak behandeling / therapie

De cliënt krijgt de ruimte om wensen en doelen wat betreft de behandeling kenbaar te maken. De hulpverlener en cliënt stellen in onderling overleg zijn / haar behandelplan op.

Mogelijkheid tot laten bijstaan

De cliënt krijgt ruimte om wensen en doelen wat betreft de behandeling kenbaar te maken en kan zich hierbij laten bijstaan door een ervaringsdeskundige.

Zelfbeschikking begeleidingsplan

De cliënt stelt, indien hij / zij dat wenst, zelf zijn / haar begeleidingplan op.

Helder behandelplan

Het behandelplan is opgesteld in voor de cliënt begrijpelijke taal.

Instemming cliënt

De cliënt dient schriftelijk in te stemmen met het behandelplan of met eventuele wijzigingen.

Inzagerecht dossier

Cliënten hebben conform de privacywetgeving inzage in hun eigen dossier.

 

 

Ø      Behandeling / Begeleiding 

 

Gevarieerd en flexibel aanbod aan behandeling / therapie

De instelling biedt een gevarieerd en flexibel aanbod aan mogelijkheden van behandeling en therapieën.

Alternatieven aanbod aanwezig

Er zijn alternatieve vormen van behandeling / therapieën aanwezig.

Verandering in therapie / behandeling is mogelijk

De cliënt kan veranderen van hulp, indien de cliënt dit nodig of wenselijk vindt.

Informatie herhaaldelijk beschikbaar

De informatie over de zorg / behandeling, medicatie, (bij)werkingen, e,d, wordt tijdens de behandeling herhaaldelijk gegeven.

 

 

Ø    Professionaliteit personeel 

 

Deskundigheid personeel (seksespecifieke en transculturele hulpverlening)

De instelling zorgt voor deskundige en invoelende hulpverleners. De instelling zorgt ervoor dat het personeel seksespecifieke en transculturele deskundigheid bezit

Deskundigheidsbevordering medewerkers

De instelling zorgt voor training en deskundigheidsbevordering aan het personeel, waarbij gebruik gemaakt wordt van het bestaande scholingsaanbod zoals dat ontwikkeld is door cliënten, zoals participatietraining, cliënt als docent.

Waarborging continuïteit van personeel

De continuïteit van de hulpverlening is gewaarborgd, de instelling zorgt ervoor dat er niet onnodig veel invalkrachten zijn. Indien er sprake is van wisseling van hulpverleners wordt de cliënt hierover vooraf ingelicht en garandeert de instelling de deskundigheid van een invaller.

Inspraak van cliëntenraad bij aannamebeleid

Bij het aannamebeleid van de instelling bij de functies die van wezenlijk belang zijn voor cliënten, neemt een vertegenwoordiger namens de cliënten deel aan de sollicitatiecommissie.

Ervaringsdeskundigheid als positief selectiecriterium

Ervaringsdeskundigheid is in het aannamebeleid van de instelling een positief selectiecriterium.

 

 

Ø      Ruimte voor ervaringsdeskundigheid

 

Benutten van ervaringsdeskundigheid

De ervaringsdeskundigheid van de cliënt wordt benut tijdens de hulpverlening.

Vergroting van de weerbaarheid en mondigheid

De hulp is erop gericht om de zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren. De cliënt wordt in staat gesteld zich zelfstandig te handhaven op de verschillende levensgebieden zoals wonen, werken, financiën, dagbesteding, relaties, en dergelijke.

Aandacht voor sterke kanten

De hulpverlener heeft oog voor de sterke en positieve kanten van de cliënt en benut de mogelijkheden en vaardigheden van de cliënt.

Stimuleren cliëntgestuurde projecten

De instellingen ondersteunen de cliëntgestuurde projecten, zoals arbeidsrehabilitatie, consumerrun, lotgenotencontact, en dergelijke.

 

 

Ø      Tussentijdse evaluatie behandeling / begeleiding

 

Regelmatige evaluatie

De behandeling wordt tussentijds geëvalueerd op vaste tijdstippen, bijvoorbeeld na zes weken bij kortdurende behandeling en drie maanden bij langdurige behandeling.

Inspraak van cliënt

Bij de tussentijdse evaluatie van de hulpverlening wordt het plan en vastgestelde behandeldoelen en de behandelrelatie mede getoetst aan de hand van de meningen, opmerkingen en wensen van de cliënt. Hierbij wordt het toekomstperspectief en de wensen rondom nazorg expliciet meegenomen (verleden, heden en toekomst)

Aandacht voor positieve zaken

In de evaluatie is er ook aandacht voor die zaken die wel goed gaan en bereikt zijn.

Actieve houding wat betreft de wensen en behoefte van cliënt

De hulpverlener geeft de cliënt ruimte diens mening en wensen kenbaar te maken.

Instemming cliënt bij bijstelling behandeling

Als het nodig is dat het plan wordt bijgesteld, gebeurt dit met (schriftelijke) instemming van de cliënt.

 

 

Ø      Wonen / verblijf 

 

Flexibel en gevarieerd woonaanbod

De intramurale instellingen bieden een gevarieerd en flexibel aanbod aan wonen, dagbesteding, recreatie sociaal netwerkbegeleiding en financiële begeleiding.

Scheiding wonen en behandelen

De behandeling wordt gescheiden van de woonvoorziening gegeven.

Woonrecht

De instelling streeft ernaar om mensen die langdurig verblijven in de instelling woonrecht te bieden.

Stimuleren tot reïntegratie

De instellingen streven ernaar om mensen die langdurig verblijven in de instelling, begeleiding te bieden in het reïntegratieproces (bijvoorbeeld woonbegeleiding).

Somatische zorg aanwezig

Cliënten krijgen deskundige somatische zorg indien nodig.

Mogelijkheid tot privacy

De intramurale instellingen garanderen de privacy van cliënten. Bijvoorbeeld de mogelijkheid hebben om je terug te trekken met je eigen partner.

Veiligheid gewaarborgd

De instellingen garanderen de veiligheid van cliënten.

Met betrekking tot de veiligheid op de afdeling of woonvorm:

- respecteren de hulpverleners en de cliënten de algemene omgangsvormen en de fatsoensnormen;                                                   

- zijn ze samen verantwoordelijk voor de sfeer/sociale veiligheid;

- ontwikkelen ze met elkaar beleid op het gebied van de sociale veiligheid;

zijn ze actief betrokken bij het waarborgen en bewaken van de sfeer en de sociale veiligheid (geen geweld en agressie). Leiding en hulpverleners vervullen hierbij een voortrekkersrol.

De cliëntenraad toetst en onderneemt zo nodig stappen.