Zorgverzekering

 

De Rijksoverheid heeft besloten om de langdurige zorg in Nederland per 1 januari 2015 anders te organiseren. Dit heeft ook gevolgen voor de geestelijke gezondheidszorg. De nieuwe maatregelen moeten er onder meer voor zorgen dat de langdurige zorg betaalbaar blijft. Daarnaast wil de overheid bereiken dat patiënten dichtbij huis en minder zwaar behandeld worden.

 

In de GGZ is per 1 januari 2014 een stelselwijziging ingevoerd met twee takken: de generalistische basis GGZ en de gespecialiseerde GGZ. Om kosten te besparen wil de overheid een grotere rol toebedelen aan de rechtstreeks toegankelijke zorg; de eerstelijnszorg. Patiënten met lichte klachten komen daarom eerst bij de huisarts terecht. De huisarts behandelt licht psychische klachten in samenwerking met de Praktijkondersteuner Huisarts (POH-GGZ). De huisarts of POH-GGZ kan eventueel doorverwijzen naar een tweedelijns zorgverlener in de generalistische basis GGZ voor lichte tot matige psychische stoornissen. Hierbij gaat het om gesprekken of behandeling via internet bij een psycholoog of psychotherapeut. Mensen met complexe psychische klachten, zoals (ernstige) psychiatrische stoornissen, worden behandeld in de gespecialiseerde GGZ. Tweedelijnszorg wordt door specialisten geboden en is alleen toegankelijk na verwijzing uit de eerstelijn.

 

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) Per 1 januari 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten van waaruit de ouderenzorg werd geregeld overgegaan naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz).

 

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Gemeenten hebben sinds 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor de zorg en ondersteuning aan mensen thuis. Dit is geregeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze wet geldt voor alle mensen die zelfstandig wonen maar door een lichamelijke of psychische beperking ondersteuning nodig hebben. Bij mensen met een hulpvraag moet de gemeente onderzoeken wat de situatie is en welke mogelijkheden er zijn in de directe omgeving van de cliënt. Dit onderzoek voert iedere gemeente op eigen wijze uit. Op basis van het onderzoek stelt de gemeente vast of een cliënt recht heeft op professionele begeleiding of zorg. Hierbij gaat het om individuele begeleiding en dagbesteding, ondersteuning van mantelzorgers en algemene voorzieningen of maatwerkvoorzieningen. De gemeente kan aan mensen die ondersteuning nodig hebben ook een persoonsgebonden budget (pgb) verstrekken.

 

Zorgverzekeringswet (Zvw) De Zorgverzekeringswet is een bestaande wet waarop de overheid op een aantal punten aanpassingen heeft doorgevoerd. De Zorgverzekeringswet regelt de ambulante GGZ. Dat zijn (psychische) behandelingen op afspraak. Mensen die psychische hulp nodig hebben kunnen terecht bij hun huisarts. Deze verwijst eventueel door naar een specialist of schrijft medicatie voor. Ook op behandeling gerichte GGZ valt onder de Zorgverzekeringswet en word vergoed vanuit het basispakket. Hetzelfde geldt voor opname en behandeling in een GGZ-instelling. Deze behandelingen worden de eerste drie jaar vergoed door de verzekering.

 

Wet langdurige zorg (Wlz) Langdurige, intensieve zorg is geregeld in de Wet langdurige zorg (Wlz). Mensen met zware of complexe psychische klachten kunnen worden opgenomen in een psychiatrische instelling of GGZ-instelling. Langdurig verblijf in een instelling valt de eerste drie jaar onder de Zorgverzekeringswet. Daarna valt het verblijf onder de Wlz en is een indicatie nodig.

 

De Wlz vervangt de AWBZ. Om in aanmerking te komen voor zorg uit de Wlz is een indicatie nodig van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ beoordeelt of mensen recht hebben op zorg uit de Wlz. Belangrijkste voorwaarde daarbij is dat iemand 24 uur per dag zorg of toezicht dichtbij nodig heeft. Het CIZ stuurt het indicatiebesluit naar het zorgkantoor in de regio waarna het zorgkantoor in overleg met de cliënt afspraken maakt over de zorgverlening. Voor mensen met een geldige AWBZ-indicatie geldt het overgangsrecht. Hierin wordt de transitie van de AWBZ naar de Wlz geregeld. De overgangsrechten verschillen per indicatie. Met een persoonsgebonden budget uit de Wlz (Wlz-pgb) kunnen cliënten zelf zorg inkopen.

 

Participatiewet

Vanaf 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en grotendeels ook de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). De nieuwe Participatiewet heeft als doel om mensen die moeilijk een baan kunnen vinden door een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking toch aan werk te helpen. De gemeente is verantwoordelijk voor begeleiding naar werk. De maatregelen moeten ervoor zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking of ondersteuningsbehoefte zoveel mogelijk binnen een reguliere baan aan de slag kunnen. Als het nodig is, moet de gemeente zorgen voor een beschutte werkomgeving.

 

 

Jeugdwet De Jeugdwet regelt daarmee alle vormen van jeugdzorg, inclusief jeugd-GGZ en Jeugdreclassering. Klik hier om meer te lezen over de Jeugdwet.

 

© Nationale Zorggids